De kermis in Zwevezele gaat door op vrijdag 30 mei, zaterdag 31 mei en zondag 1 juni 2025.
Deze kermis brengt gewoonlijk veel volk op de been. De gemeenteraad is bevoegd om de openbare rust preventief te regelen door een tijdelijke verordening vast te stellen voor de duur van de activiteiten. Met deze tijdelijke verordening krijgt de organisatie de toestemming om ambulante handel op hun evenement toe te laten of te weigeren.
Artikel 1
Op vrijdag 30 mei, zaterdag 31 mei en zondag 1 juni 2025 tussen 14 uur en 24 uur is het in de hierna volgende straten:
verboden te leuren, te venten met allerlei waren, tijdschriften of folders te verspreiden, reclamebladen rond te dragen, kramen op te slaan of manifestaties te houden op de openbare weg.
Artikel 2
Op dezelfde datum en tussen dezelfde uren is het verboden langs de openbare weg, alsook op plaatsen of lokalen die daartoe niet permanent zijn uitgerust, tijdelijke verkoopspunten van drank en/ of eetwaren in te richten.
Artikel 3
De burgemeester kan uitzonderingen op de verbodsbepalingen van artikel 1 en artikel 2 toestaan bij schriftelijke en ondertekende machtiging. Hij wijst de plaats aan waar de activiteiten die uitzonderlijke toelating kregen, plaatsvinden.
Artikel 4
Indien zekere personen het verbod voorzien in artikel 1 en artikel 2 overtreden, zullen de waren waarmee zij leuren of venten, de tijdschriften of bladen die zij verkopen of ronddragen, de kramen die zij opstellen, de drank en eetwaren die zij verkopen, voor de duur van de looptijd van deze politieverordening worden in beslag genomen door de geïntegreerde politie. Deze zaken zullen op risico en kosten van de overtreder verwijderd worden en zullen hen na het einde van de loopduur van de verordening worden terugbezorgd.
Artikel 5
Overtreding van deze verordening wordt bestraft met een gevangenisstraf van één tot zeven dagen en/of met een geldboete van één tot vijfentwintig euro.
Artikel 6
Dit besluit wordt bekendgemaakt via het Loket voor Lokale Besturen.
Artikel 7
Afschrift van dit besluit wordt gestuurd aan de Gouverneur van West-Vlaanderen, griffie van de rechtbank van Eerste Aanleg te Brugge en aan de griffie van de Politierechtbank te Brugge.