Terug
Gepubliceerd op 19/06/2025

Besluit  het college van burgemeester en schepenen

ma 16/06/2025 - 17:30

Afdeling Mens - Dienst Samen(be)leven - Team Publiekswerking - contractuele functie publiekswerker Vrijetijdsbeleving (B1-B3) - beëindiging in wederzijds overleg - kennisgeving

Aanwezig: Lieven Huys, Burgemeester
Brecht Warnez, Ann Mesure, Tom Braet, Jens Danneels, Sandra Ketels, Yves Bracke, Schepenen
Linda Wyckstandt, Voorzitter Bijzonder Comité Sociale Dienst
Jurgen Mestdagh, Algemeen directeur
Verontschuldigd: Greet Coens-De Roo, Zesde schepen
Aanleiding en voorgeschiedenis

Fien Caestecker, voltijds publiekswerker Vrijetijdsbeleving (B1-B3) met een contract voor bepaalde duur tot en met 31 augustus 2025, stelde zich kandidaat voor de functie van publiekswerker Mens (B1-B3) voor onbepaalde duur. Fien slaagde voor de procedure en kan bijgevolg starten als publiekswerker Mens met een contract voor onbepaalde duur.

Fien Caestecker aanvaardt het jobaanbod voor voltijds publiekswerker Mens (B1-B3) voor onbepaalde duur.

Het college van burgemeester en schepenen stelde Fien Caestecker aan als publiekswerker Mens met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur die ingaat op 1 juli 2025.

Feiten, context en argumentatie

Door aanvaarding van het jobaanbod als publiekswerker Mens (B1-B3) voor onbepaalde duur wordt de huidige arbeidsovereenkomst van Fien Caestecker in onderling akkoord beëindigd op 30 juni 2025.

Bevoegdheid en juridische grond

- de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen

- het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017

- het besluit van het college van burgemeester en schepenen en van het vast bureau van 16 december 2024 waarbij de gezamenlijke rechtspositieregeling voor het personeel werd vastgesteld, deze werd herbevestigd in zitting van 10 februari 2025

Besluit

Enig artikel

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis en gaat akkoord met de beëindiging van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde duur van Fien Caestecker in wederzijds overleg op 30 juni 2025.