Besluit  het college van burgemeester en schepenen

Aanleiding en voorgeschiedenis

Sinds 2019 kunnen burgemeesters, schepenen en toegevoegde voorzitters van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst (BCSD) een uittredingsvergoeding krijgen van hun bestuur, geregeld door artikel 14 van het BVR betreffende het statuut van de lokale mandataris.

Feiten, context en argumentatie

Mevr. Ilse Volcke, gewezen schepen van de gemeente Ruiselede, diende een verklaring op eer in voor de inkomsten van de maand mei 2025 om een uittredingsvergoeding te kunnen aanvragen.

Een uittredend mandataris kan enkel een uittredingsvergoeding krijgen wanneer zijn/haar mandaat eindigt n.a.v.:

• de algehele vernieuwing van de bestuursorganen (bij nieuwe legislatuur);
• de nieuwe installatie van de bestuursorganen na een collectieve of individuele motie van wantrouwen
• het bereiken van de einddatum in een voordrachtakte of akte van opvolging
• een ontslag wegens medische redenen

Bovendien is er enkel recht op uittredingsvergoeding indien de uittredend mandataris geen nieuw uitvoerend mandaat meer opneemt.

De uittredingsvergoeding vervalt (deels) indien de betrokkene een beroepsinkomen verwerft. Onder 'beroepsinkomen' vallen ook vervangingsinkomens wegens pensionering en arbeidsongeschiktheid. Presentiegelden vallen hier niet onder.

Indien het beroepsinkomen lager is dan het bedrag van de uittredingsvergoeding, kan de uittredende mandataris vragen om het verschil tussen beide bij te passen. Hiervoor dient de betrokkene maandelijks een verklaring op eer in, waarin hij/zij aangeeft wat zijn/haar ander inkomen is. Ook indien de uittredende mandataris deeltijds werkt of onbetaald verlof opneemt bij zijn/haar huidige werkgever, kan hij/zij in voorkomend geval een bijpassing vragen.

Het is niet mogelijk om een uittredingsvergoeding te cumuleren met een werkloosheidsuitkering.

Het recht op een uittredingsvergoeding vangt aan op het moment dat het uitvoerend mandaat beëindigd wordt. De uittredende mandataris heeft recht op één maand uittredingsvergoeding per gepresteerd jaar, met name 6 maanden. De betaling van de uittredingsvergoeding gebeurt maandelijks en is per maand gelijk aan een twaalfde van de laatst genoten jaarwedde.

Bevoegdheid en juridische grond

- Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder artikel 149 

- Het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het statuut van de lokale mandataris, in het bijzonder artikel 14

Financiële gevolgen

De uitgaven zijn voorzien via:

• Actie 000001 Gelijkblijvend beleid
• Raming MJP000112 ‘Bezoldiging mandatarissen’
• Verantwoordelijke dienst ‘personeel’     

Er is voldoende budget beschikbaar.

Bijlagen

- verklaring op eer gewezen schepen Ilse Volcke